Sinds ik als freelancer werk, werk ik veel thuis. In ieder geval het merendeel. Toen daar de coronapandemie bovenop kwam, werd dit fulltime. En inmiddels staat de teller op twee jaar fulltime thuiswerken. Twee. Jaar.
Voor de pandemie was ik in ieder geval nog één dag in de week op een redactie te vinden van een titel waar ik voor schreef. Dat vond ik heerlijk. Het klinkt raar: als je al zoveel thuiswerkt, wat maakt die ene dag in de week extra dan nog uit? Ik kan je vertellen: veel.
Op maandag ging ik vaak naar kantoor en kon ik heerlijk socializen met m’n collega’s. Lekker kletsen, gek doen en veel te weinig werk verzetten. Op dinsdag en woensdag zat ik vervolgens alleen thuis met ongekamd haar achter m’n laptop. Vergezeld door een fijne latte, met in m’n pauze een verse aflevering Married at First Sight Australië / Temptation Island / [insert andere slechte realityshow]. Op donderdag was ik de hele dag met de kinderen en op vrijdag was mijn vriend vrij en kon ik gezellig af en toe naar beneden komen voor een knuffel en een snottebellenkus. Van m’n kinderen bedoel ik. Wat mij betreft was dit de ideale balans.
En toen kwam corona. En wat gebeurde er? Die ene dag in de week kantoorgezelschap was er niet meer. Daarvoor in de plaats kwam m’n lieftallige echtgenoot fulltime aan de keukentafel tegenover me zitten. En waar ik voornamelijk rustig en geconcentreerd zit te schrijven met af en toe een interview, bestaat zijn werkleven vooral uit meetings. Heel veel meetings. Over onderwerpen als salesfunnels, marketingstrategieën, prospects en ‘HAHAHAHA ja, heb je dat gezien?!’.
Ondertussen vond hij het maar wat gezellig dat we samen aan de keukentafel zaten. Ik iets minder. Het was alsof mijn luidruchtige collega van sales tegenover me zat, terwijl ik op dat moment in m’n eentje een oplossing moest aandragen voor de wereldproblematiek: niet te doen. Al snel verzocht ik hem dan ook vriendelijk doch dringend om voortaan op zolder te gaan werken en alleen de pauzes samen te spenderen. Ietwat teleurgesteld droop hij af naar de zolderkamer.
En op die zolderkamer zit ook hij nu alweer twee jaar. Het arme schaap. En ik zit nu al twee jaar aan de keukentafel tussen het verschoningskussen, de knuffels en de rode-billen-zalfjes van m’n dochter in. We noemen ons huis tegenwoordig dan ook ‘onze bunker’. Je zou het liefkozend de liefdesbunker kunnen noemen, maar nee. Na twee jaar allebei fulltime thuiswerken, zou ik toch eerder gewoon voor ‘bunker’ gaan. En waar menig bedrijf al maanden medewerkers één of twee dagen per week op kantoor laat werken, doet de corporate waar mijn vriend werkt dat niet. En mijn vaste opdrachtgever ook (nog) niet.
We leven daarom al twee jaar een vrij geïsoleerd werkbestaan. Soms komen we erachter dat we al drie dagen het huis niet uit geweest zijn. De energierekening durven we niet te checken, want fulltime de verwarming aan met deze energieprijzen belooft niet veel goeds. Daarentegen besparen we allebei enorm op onze euh… uiterlijke verzorging. We leven van joggingbroek naar joggingbroek, douchen doen we sporadisch en nieuwe kleding is zonde van het geld want wie zíet dat in godsnaam? Inmiddels vermoed ik dat ik zelfs een beetje mensenschuw ben geworden. En laten we het vooral niet hebben over onze fysieke gesteldheid. Ik had onlangs nog spierpijn van een uitje naar IKEA. Geen grap.
Het wordt de hoogste tijd dat de kantoortuinen weer opengaan, en – thank God – gebeurt dat langzamerhand ook. Dat we weer live kunnen roddelen over kantooraffaires bij het koffiezetapparaat. Dat we weer door de stromende regen vloekend de trein instappen, mompelend ‘dat we nou juist vandáág naar kantoor moeten’. Dat we ’s avonds thuiskomen en we elkaar weer écht wat te vertellen hebben en kunnen zeggen: ‘Wat zie je er mooi uit, zo zonder je joggingbroek met kaasvlekken. Ik heb je vandaag gemist.’
Karin werkt al zo’n tien jaar in de mediawereld als redacteur, journalist, redactiecoördinator, columnist en communicatiespecialist. Voorheen altijd in loondienst, sinds een paar jaar als zzp’er. Vanuit haar nimmer opgeruimde thuiskantoor schrijft ze voor verschillende (online) magazines, bedrijven en vakbladen. En dat is te gek, want nu kan ze openlijk toegeven aan haar social media-verslaving en luidruchtige voice berichten naar vriendinnen sturen onder werktijd. Verder is ze moeder van twee jonge kinderen en voelt werken daarom voor haar als vrije tijd.