Weleens in de spiegel gekeken en jezelf echt perfect gevonden? Ik ook niet. Er valt altijd wel iets aan te merken op hoe ik eruit zie of wie ik ben en wat ik doe. En ik ben hartstikke normaal. Ik zeg het maar even, voor mezelf maar ook zodat jij weer even weet dat jij normaal bent, met al je tekortkomingen en rariteiten. Ik ga je in dit stuk niet ophemelen, en mezelf ook zeker niet, maar ik ga je wel helpen om de moed te verzamelen om gewoon lekker imperfect te zijn. Of in elk geval helpen om in te zien waarom dat beter voor je is.
Mezelf vergeven als ik iets ongelooflijk stoms doe of zeg, ik ben er geen ster in. Of als ik, notabene als redacteur zijnde, een tikfout over het hoofd zie. Wat een sufkop.. En man wat hoop ik dat niemand anders het gezien heeft voordat ik dat foutje verholpen heb. Iets met het imposter syndrome geloof ik.
Of wat dacht je van privé? Heb je een hartstikke leuke date gehad en je appt nog wat heen en weer. Maar oh help, hij appt me een dag niet. Ik heb vast iets stoms gezegd of misschien viel ik toch mega tegen? Ik kan hem vast ook niet bieden wat hij zoekt, ik ben niet slim genoeg, niet mooi genoeg en ga zo maar door. Maar die leuke date heeft helemaal niet gezegd dat ik niet goed genoeg ben. Zal ik die beslissing over wat hij vindt gewoon lekker bij hem laten? En of die tikfout echt stom was, zal ik daarin mijn leidinggevende eens geloven die me gewoon een mens vindt?
Je kwetsbaar opstellen en gewoon vragen wat iemand vindt kan lastig zijn. De moed om imperfect te zijn zit soms ergens in m’n kleine teen verstopt. Maar hoe mooi is het om iemand te ontmoeten die écht authentiek is? Vinden we die niet juist interessant, en voelen we ons niet juist fijn in zijn of haar gezelschap? Deze mensen blijven op ons netvlies, tot lang na de ontmoeting. De mindere eigenschappen vinden we eigenlijk helemaal niet erg. Maar ja, dat vinden wij bij anderen, maar anderen vast niet bij ons. Toch? 😉
Voor wie mij niet gelooft: hoogleraar Brené Brown onderzoekt onder meer menselijke verbindingen, kwetsbaarheid, schaamte en moed en schreef meerdere boeken over deze onderwerpen. “Kwetsbaarheid betekent onzekerheid, jezelf blootgeven en emotionele risico’s durven nemen. Het is de basis van moeilijke emoties als angst, verdriet en teleurstelling. Maar óók van liefde, het gevoel erbij te horen, empathie en creativiteit. Als je je afsluit voor je kwetsbaarheid, sluit je je dus ook af van de ervaringen die doel en betekenis geven aan je leven.”
“We denken vaak dat we ons moeten aanpassen om erbij te horen. Maar een van de grootste verrassingen van mijn onderzoek was dat aanpassing het gevoel erbij te horen, en daarmee dus werkelijke verbondenheid, juist in de weg staat. Aanpassing betekent namelijk dat je je anders voordoet dan je werkelijk bent. Terwijl je juist jezelf moet zijn, en dus ook je mindere kanten moet laten zien, om het gevoel hebben dat je er echt bij hoort.” Aldus Brown.
Lastig, want die mindere kanten verberg je meestal liever. En die schaamte draait om angst. We zijn vaak bang dat mensen ons niet meer mogen als ze de waarheid weten over wie we zijn en waar we mee worstelen. Daarom vergt het moed om je ‘slechte’ kanten te laten zien. “Eerlijk en open praten over wie je bent, over wat je voelt en over je ervaringen, goede én slechte. Als je op die manier leert om geleidelijk toe te bewegen naar datgene waar je bang voor bent, dan kun je je kwetsbaar opstellen en de imperfectie van jezelf en anderen onderkennen. En alleen als je je kwetsbaar en open opstelt, kun je ook echte verbondenheid ervaren.”
Belangrijk dus, dat kwetsbaar opstellen en de moed verzamelen om gewoon lekker imperfect te zijn. Het gaat je privé veel opleveren maar ook de band met je collega’s wordt er beter van. En wat dacht je van het wegvallen van de stress van het op je tenen lopen? Hoe lekker is dat?! En ja, er zijn vast en zeker mensen die jouw (of mijn) mindere kanten maar irritant vinden. Maar ik vind persoonlijk ook niet iedereen even tof. En dat mag. Sterker nog, ik geloof zelfs dat dat hartstikke menselijk is. En laten we eerlijk zijn, dat wegmoffelen van je mindere kanten is vermoeiend en houden we toch nooit vol. Het welbekende skippybaleffect geldt hier ook. Laten we dan ook vooral stoppen met onze energie verspillen. En wie weet worden we nog verrast ook als iemand ons imperfect zijn juist leuk vindt.
Durf jij het? Jezelf écht te laten zien, in al je glorie en met al je tekortkomingen? Je bent imperfect, dat is een feit. En ik ook. Ik ga er in elk geval voor uitkomen. Denk ik.. Nou vooruit, meestal dan. Oefening baart kunst en dit is een mooi ontwikkelpunt. Schaamte, schuld of pure koppigheid houden ons nog weleens tegen, maar jezelf zijn is dus best belangrijk. Uiteraard met een portie zelfreflectie, het aanpakken van groeimogelijkheden en zonder naast je schoenen te gaan lopen. Maar de druk om te doen alsof je altijd positief, vrolijk, energiek en perfect bent, leg die jezelf gerust minder op.
Over Miranda de Ruijter
Miranda heeft inmiddels een cv van zo’n 4 kantjes met vooral banen in het onderwijs, maar heeft haar werkgeluk uiteindelijk gevonden bij Driessen Groep. Haar guilty pleasure is toch wel taalfouten verbeteren. Omdat dit in het dagelijks leven not done is, leeft zij zich wat dat betreft graag op haar werk uit. Zelf schrijft ze dus ook. Een interview waarbij ze het werkgeluk uit iemands ogen ziet spatten maakt haar een gelukkig mens, maar ook aan de wat taaiere onderwerpen geeft ze graag haar eigen draai. Het liefst met een beetje luchtigheid. En laat werk&geluk daar nou net hét platform voor zijn.