Ik bevind mij om 16.00 uur 's middags in een online bijeenkomst. Verschillende achtergronden vullen mijn beeldscherm. Ze geven stiekem een inkijkje in het leven van de deelnemende collegae. Zo runt Jantine naast haar baan bij het consultatiebureau een tasjeswinkel vanuit huis en heeft Bregje een dramatisch ogend systeemplafond. Lidewij heeft oog voor kunst en gaat daar met haar asymmetrisch kapsel en moeilijke bril pontificaal voor zitten. Organisator Esther geeft haar uitvoerige inleiding als zwevend hoofd in een vakantie achtergrond en verdwijnt daarbij gedeeltelijk uit beeld.
Nadat Esther nogmaals de aanleiding waarvoor wij hier met zijn allen bijeen zijn uitvoerig uit de doeken heeft gedaan, volgt een lovende introductie en is vervolgens hoofdspreker Yvonne aan de beurt. Zij ontvangt glimmend de lof aan haar adres en geeft aan ons te gaan inspireren vandaag. Laten we het hopen! Hierop begint zij doodleuk de do’s en don’ts op te sommen van het vergaderen in een online omgeving. Met een heuse uitleg over handjes opsteken, de chatfunctie en het gebruik van de mute-knop. En de verontschuldiging dat zij niet weet hoe ze haar scherm moet delen. Zucht…
Na twee jaar pandemie zou je verwachten dat je de gebruiksaanwijzing van online applicaties achterwege laat en dat je een online bijeenkomst een beetje inspirerend weet te presenteren. Yvonnes moeizame start biedt daarop weinig hoop. Als je het bij elkaar optelt zijn er toch weer 25 mensen 5 minuten betaald om naar deze geestdodende introductie te luisteren. Geld dat vast beter besteed had kunnen worden. Maar Yvonne laat niets aan het toeval over en vraagt ons om onze telefoons allemaal UIT te zetten en ons geluid AAN als we praten. Nadat we eerst ons handje hebben opgestoken en van stagiaire Melanie de beurt hebben gekregen. We zijn een kwartier verder inmiddels. Vervolgens stelt stagiaire Melanie zich voor.
Nadat het lachsalvo over de losvliegende parkiet van de stagiaire is uitgedoofd neemt Yvonne weer het woord en nodigt ons allemaal van harte uit om vooral actief deel te nemen aan de bijeenkomst. Wel met handjes opsteken dus. Voor de zekerheid checkt Yvonne nog even bij Melanie of zij dan wel de te verwachten handjes in de gaten houdt, zodat niemand wordt overgeslagen. De moed zakt me inmiddels diep in de schoenen.
Het is 16.15 uur. Stefan heeft een hondje dat op de achtergrond keft, waarop Lidewij zonder handje op te steken op scherpe toon vraagt of dat nu een hond is die ze hoort? Passief agressief geeft zij daarmee aan zich daaraan te ergeren zonder dat ook echt te zeggen. Met effect, want Stefan gaat direct voor de rest van de vergadering op zwart.
Dan volgt een rondje begrippen. Of we weten wat ‘een probleem’ is vraagt Yvonne. Ik kan me er zo zoetjesaan levendig iets bij voorstellen. “Wie wil daar iets over zeggen?” Niemand reageert.
Yvonne gaat om 16.20 uur over tot aanwijzen. Waarop Hester vertelt wat zij verstaat onder een probleem, geïllustreerd door een praktijkvoorbeeld dat door Yvonne juichend wordt ontvangen. Dan krijgt Els de beurt die zich aansluit bij wat Hester vertelde en daar eigenlijk niets aan toe te voegen heeft, maar daar toch wel veel woorden voor nodig heeft. Ook Stefan wordt gevraagd om zijn inbreng, maar na 2 minuten wachten op reactie vanuit het zwarte blok wat Stefan heet, besluit Yvonne dan toch door te gaan naar het volgende begrip: een dilemma. “Weet iemand wat daarmee bedoeld wordt?”
Ik ervaar er zelf een, een groeiend dilemma. Want ik wil eigenlijk net als Stefan mijn scherm op zwart gooien en iets anders gaan doen. Maakt niet uit wat, als ik maar niet deze tenenkrommende meeting hoef uit te zitten. Maar ik vind dat dan lullig. Omdat Yvonne heus zwoegend haar best doet, en Esther mijn collega is die de bijeenkomst heeft georganiseerd. Zit ik, sukkel die ik ben, dus uit loyaliteit (en braafheid, als ik eerlijk ben) anderhalf uur van mijn leven te verspillen aan informatie die ik niet op ga slaan. Yvonne vraagt ons naar een door ons ervaren dilemma uit de praktijk. Ik heb het maar niet verteld.
Marleen is 41 lentes jong, verloofd en moeder van 2 prachtkinderen. Naast een veelzijdige baan in de sociale sector is ze columnist voor Werk&Geluk en schrijft ze iedere zes weken over alles wat haar raakt, ontroert, irriteert, verwondert en frustreert. En dat is nogal wat, zo blijkt.