Het was de afgelopen tijd groot nieuws: de immer charmante Matthijs van Nieuwkerk bleek achter de schermen een ware tiran. Net als een aantal hoofd- en eindredacteuren van het programma De Wereld Draait Door. Het meestgehoorde excuus van vriendjes-van of oud-collega’s? ‘Dat is nodig als je op Champions League-niveau opereert.’ Laat me niet lachen.
Nu kan ik zeggen dat als Matthijs zo tegen mij tekeer zou gaan, ik een grote bek had teruggegeven en m’n spullen had gepakt. Maar zo is het natuurlijk niet. Ik zou jankend op de plee staan. Als iemand tegen wie je opkijkt zo tegen je uitvalt, schrik je je kapot. De grond zakt even onder je voeten vandaan en je krimpt ineen. Je gaat twijfelen aan jezelf. Is het normaal in de tv-wereld om zo met elkaar om te gaan? Heb ik het echt zo slecht gedaan? Ben ik misschien niet geschikt? Bovendien kun je niet zomaar ontslag nemen, want waar haal je je inkomen dan vandaan? En dan heb ik het nog niet eens over het feit dat werken bij DWDD misschien wel een droom voor diegene is, die uitkomt. Die geef je niet zomaar op.
Ik heb in mijn verleden al heel wat bizarre werkgevers en managers versleten van alle soorten en maten. Van managers met nul betrokkenheid die alles prima vonden, tot bazen die overal bovenop zaten. Zo was er een manager die zelfs mijn ‘ik-heb-een-nieuwe-baan-en-ga-met-gierende-banden-weg-mail’ van tevoren wilde inzien, voordat ik ‘m in de digitale postbus mocht doen. Ook had je de baas waarbij je letterlijk nergens recht op had. Je moest alles zelf meenemen: je eigen thee, je eigen pleepapier (geen grap, het was altijd op; het leek de camping wel) tot aan je eigen laptop. Ik ging stuk toen ik de baas met stalen gezicht tegen een klant hoorde zeggen: ‘Wij hebben hier een bring-your-own-device-beleid’. Sidenote: we waren geen freelancers en hadden simpelweg recht op een eigen werkplek, inclusief computer, maar de baas had geen geld. Zelfs je salaris was geen zekerheidje aan het eind van de maand.
Tot slot was daar nog de baas die zijn werknemers niet vertrouwde. Thuiswerken was geen optie. En als je ziek was? Dan gingen de eerste twee ziektedagen van je vakantiedagen af. Als er fouten werden gemaakt, werd daar constant de nadruk op gelegd en gezegd dat dit écht niet kon. Hierdoor werd menig collega bang om iets verkeerd te doen – inclusief ondergetekende.
Maar dat er naar me geschreeuwd werd? Nee, gelukkig ken ik dat niet. Dat lijkt me duizend keer erger dan bovenstaande onprofessionele taferelen, waar ik inmiddels om kan lachen.
Door deze ervaringen heb ik inmiddels wel geleerd in wat voor werkcultuur ik, en waarschijnlijk vrijwel iedereen, het beste tot bloei kom. Ik heb geleerd dat een cultuur waarin er geen vertrouwen is, en waarin je bang wordt om ‘fouten’ te maken, compleet averechts werkt. Je kunt beter zeggen dat De Wereld Draait Door ondánks haar angstcultuur zo goed scoorde, in plaats van dankzij. Want op de lange termijn gedijt werkelijk niemand bij zo’n werksfeer. Bij mij haalde de o-wee-als-je-een-fout-maakt-cultuur zeker niet het beste in mij naar boven. Ik ga niet minder fouten maken als mijn fuck-ups (publiekelijk) worden afgestraft. Ik word meer gespannen, ga daardoor wellicht juist méér fouten maken, en haal minder plezier uit mijn werk. Met alle gevolgen van dien. Je zou daarom denken dat al die burn-outs bij DWDD wel een alarmbelletje lieten rinkelen… Maar helaas.
Als ik terugkijk heb ik het beste gepresteerd bij werkgevers bij wie alles bespreekbaar is. Bij wie er ruimte is om fouten te maken en daarvan te groeien. Bij wie het wordt gevierd als iets goed gaat. Bij wie er een vriendenclub ontstaat waarmee je samen iets moois wilt creëren. Hierdoor komt er positieve energie vrij, waardoor je het beste in elkaar naar boven brengt. Precies wat je wilt, als je op ‘Champions League-niveau opereert’. (Mag ik nog een keer lachen?)
Daarom lieve werkgevers, ga alsjeblieft geen Matthijsje (meer) pullen. Hoe erg je ook baalt van die bestelling die verkeerd is gegaan. Hoe chagrijnig je ook bent opgestaan vanochtend. Het is nogal een achterhaald idee dat je mensen het best presteren als ze bang voor je zijn. Kijk eens hoe hard iedereen voor je gaat rennen als je een positieve werksfeer creëert. Wedden dat het je een stuk meer oplevert?
Over Karin
Karin werkt al meer dan tien jaar in de mediawereld als redacteur, journalist, redactiecoördinator, columnist en communicatiespecialist. Voorheen altijd in loondienst, sinds een paar jaar als zzp’er. Vanuit haar nimmer opgeruimde thuiskantoor schrijft ze voor verschillende (online) magazines, bedrijven en vakbladen. En dat is te gek, want nu kan ze openlijk toegeven aan haar social media-verslaving en luidruchtige voiceberichten naar vriendinnen sturen onder werktijd. Verder is ze moeder van twee jonge kinderen en voelt werken daarom voor haar als vrije tijd.