“Eigenlijk kan ik dit helemaal niet” of “Straks komen ze erachter dat ik dit helemaal niet kan”. Zomaar een paar gedachtes die je ongetwijfeld kent als je last hebt van het impostor syndrome. Hartstikke irritant. En vooral ook gewoon niet waarheidsgetrouw. Maar wat is dat impostor syndrome nou precies? En, ook niet onbelangrijk, hoe kom je er vanaf?
Ik heb geen opleiding gevolgd die iets met schrijven te maken heeft, ik roep dat ik goed ben in spelling en grammatica en dat ik graag schrijf maar ik kan er eigenlijk niks van. Zegt een of ander geniepig stemmetje in m’n hoofd in elk geval. Heb ik dan zo weinig zelfvertrouwen? Heb ik faalangst? Zit ik de boel gewoon écht op te lichten? Of ben ik rijp voor de psycholoog? Het zou natuurlijk allemaal kunnen. Maar dit is toch een gevalletje oplichterssyndroom, oftewel het impostor syndrome.
Het impostor syndrome is geen psychische aandoening. Wel is het bestudeerd door psychologen omdat het best vaak voorkomt. Het voelt als een hardnekkig gastje in je hoofd dat je gek wil maken. Hem buiten zetten? Dat is nog niet zo makkelijk.
Volgens wetenschappers Pauline Clance en Suzanne Imes is het opvallend hoe vaak iemand met het impostor syndrome tot de groep succesvolle vrouwen behoort. Het impostor syndrome lijkt wat weg te hebben van faalangst. Het grote verschil is dat je bij het impostor syndrome best weet dat je wat in huis hebt, maar intern steeds een soort dialoog voert.
“Ik kan dit!
Niet..
Of in elk geval niet zo goed als anderen denken.”
Zijn je prestaties goed maar heb je weleens gedachten/ gedragingen als onderstaande? Dan is de kans groot dat je last hebt van het impostor syndrome.
Kortom, je hebt het gevoel het niet goed genoeg te doen. Dat je jezelf er een beetje doorheen bluft. En je bent bang om door de mand te vallen.
Er bestaat zoiets als schrijftherapie voor het impostor syndrome (ironie ten top in mijn geval). Schrijftherapie stelt je instaat je gedachten te ordenen en ze objectief met de realiteit te verbinden. Dat helpt je om een gevoel van tekortschieten te verminderen.
Hoe dat werkt? Pak even een reflectiemomentje wanneer je ergens succesvol in bent geweest. Waar lag je succes aan? Schrijf op wat je denkt en toets die gedachte vervolgens. Had je echt puur geluk? Was het echt toeval? Of heb je zélf dingen gedaan die tot een goed resultaat hebben geleid? Daarnaast kun je ook eens aan directe collega’s vragen wat zij vinden. Of spreek je gevoel uit bij iemand die je vertrouwt.
Geef jezelf ook de tijd om gevoelens van oplichterij te verminderen. Het is vaak best hardnekkig dus niet van vandaag op morgen op te lossen.
Een potje blufpoker blijven spelen helpt in elk geval niet. Het anders leren interpreteren van dingen en een beetje zelfcompassie (niet te verwarren met zelfmedelijden) brengen je een stuk verder.
Weet ook dat het herkennen van die nutteloze gedachten al heel wat is. Je herkent dit gedrag en weet stiekem dat dit niet 100% realistisch is. Het is een angst. En jij bent menselijk. That’s it.