Ik ben een vrouw. Daarmee wil ik me niet als slachtoffer opstellen, maar ik wil het toch even genoemd hebben. Waarom? Omdat ik, wanneer het gaat om een salarisonderhandeling, me toch een soort slachtoffer voel. Met mijn tieten, genetisch bepaalde minder succesvolle onderhandelskills en mogelijkheid tot het op de wereld zetten van een kind. Ik weet bijna zeker dat ik minder verdien dan mijn mannelijke collega’s in mijn branche en ik weet zeker dat dit niet verdiend is.
Dat heeft er natuurlijk mee te maken dat vrouwen en mannen anno 2021 nog steeds niet gelijk behandeld worden, maar er is meer. Want hoe je het ook wendt of keert: mannen en vrouwen zitten nu eenmaal anders in elkaar en zijn tot andere dingen in staat. Zo kan een man staand tegen een boom plassen en kunnen vrouwen een kind op de wereld zetten. Ik bedoel maar: we zijn niet helemaal gelijk. Maar, als het gaat om een kwaliteit als onderhandelen delven vrouwen toch echt het onderspit. Geen idee waarom, maar uit onderzoek blijkt dat vrouwen er gewoonweg minder succesvol in zijn. En dat betekent dat wanneer het gevreesde eindejaarsgesprek weer in mijn agenda verschijnt, de kloof tussen mijn salaris en dat van mijn mannelijke collega met dezelfde functie waarschijnlijk weer groter wordt.
Het eindejaarsgesprek is daarmee niet alleen een blok in mijn agenda, maar ook een blok aan mijn been. Voor mijn gevoel kijken mannen vooral uit naar het eindejaarsgesprek: eindelijk een goed moment om het ‘eens even te hebben over wat ik écht verdien’, terwijl ik dus de zenuwen krijg zodra ik de afspraak in mijn mailbox binnen zie komen. Hoe ga ik het aanpakken? Welke argumenten haal ik aan? Welke doelen heb ik behaald? Waar ben ik trots op? En vooral: waarom verdien ik eigenlijk een salarisverhoging? Ik kan er nachten van wakker liggen.
Er fladderen 500 adhd-vlinders door mijn buik en ik krijg maar net over mijn lippen dat ik me afvraag of er nog iets te onderhandelen valt aan mijn salaris.
Maar er komt een moment, dan is het tijd. Tijd voor mijn eindejaarsgesprek, mét mogelijkheid tot salarisonderhandeling. Eerst lopen we door een lijstje met standaardvragen heen. Over eventuele werkdruk, waar ik trots op ben, wat mijn sterke punten en verbeterpunten zijn, over mijn werk-privébalans en over de samenwerking met collega’s. En dan komt, als allerlaatste, alsof dit het minst belangrijk is, het agendapunt: salaris. Als deze al komt. Soms moet ik er zelf over beginnen. Als ik durf. Wat wel zou moeten natuurlijk. Maar ik zweet peentjes. Er fladderen 500 adhd-vlinders door mijn buik en ik krijg maar net over mijn lippen dat ik me afvraag of er nog iets te onderhandelen valt aan mijn salaris.
Ik vraag me in al die nachten voorafgaand aan ‘het’ gesprek weleens af hoe dat in een gesprek met een man gaat. Het verschil is namelijk, denk ik, dat mannen automatisch vinden dat ze een salarisverhoging verdienen en hierop acteren, terwijl vrouwen een soort ‘koektrommelmentaliteit’ hebben: vrouwen nemen dat wat ze nu nodig hebben. En niets meer dan dat. ‘Een leuke baan, daar gaat het om toch…’ Vrouwen staan niet op hun strepen, want: wie weet wat de gevolgen zijn?!
Bovendien maken vrouwen zich ook nog druk over andere toekomstperspectieven dan mannen. Waar mannen zich vooral bezighouden met ‘waar ze over 5 jaar willen staan’, komt bij vrouwen ook het ‘babyvraagstuk’ voorbij. Een man is tenslotte slechts een weekje (of tegenwoordig 5 weken tegen 70% salaris) uit de running bij de geboorte van een kind, maar een vrouw al gauw 4 maanden. En misschien wel meer dan 1 keer.
Een werkgever mag hier niet op discrimineren, maar het gebeurt nog steeds. En, misschien nog wel erger: vrouwen hebben de neiging dit zelf in het onderbewuste al mee te nemen in een salarisonderhandeling. Daardoor gaan ze minder op hun strepen staan, omdat ze weten dat ze in de toekomst mogelijk even wat minder kunnen betekenen voor de organisatie en wat minder flexibel kunnen zijn.
Dit gedrag, de houding, de verwachtingen en de aannames resulteren dan ook vaak in een miezerige stijging van het salaris voor de vrouw, als er al een verhoging komt. De loonkloof tussen mannen en vrouwen wordt hiermee alleen maar groter en groter. Want waar ze misschien op hetzelfde level starten, kun je je voorstellen hoe dit uiteen gaan lopen wanneer mannen wél op hun strepen gaan staan. Wanneer zij niet alleen die koektrommel vullen, maar er ook een lekkere slagroomtaart bij nemen, terwijl vrouwen blij zijn als de trommel een beetje gevuld is. Vrouwen zijn eigenlijk gewoon een dief van hun eigen portemonnee.
Ik pleit daarom voor een transparant puntensysteem. Met een vast onderdeel: salaris. Dat je goed wordt beloond wanneer je presteert als een tien en wat minder krijgt als er toch echt wat verbeterpunten zijn en het een mager zesje is. Voor mannen én vrouwen. Of moet ik toch maar een cursus salarisonderhandeling gaan volgen?